Capoeira bewegingen

Capoeira bewegingen

Capoeira kent tientallen technieken om te gebruiken in een gevecht. Veel capoeira bewegingen zie je ook in vechtsporten als taekwondo en jiu jitsu, maar capoeira kent ook een aantal geheel eigen en unieke elementen. In de lessen is aandacht voor alle trappen, verdedigingen en acrobatische bewegingen. Met dit overzicht kan je thuis alle technieken die op de training aan bod komen nog eens nalezen.

Capoeira basis: Ginga

De ginga is de basisbeweging in capoeira, het betekent letterlijk: heen en weer schommelen. Je zet je benen om en om vanuit parallel-stand naar achter. Je armen breng je daarbij ook om en om voor je om jezelf te verdedigen. Het ziet er een beetje uit als dansen maar is bedoeld om met je lichaam momentum te creëren voor een aanval, beweging of verdedigende actie. Doordat je bij de ginga beweegt, ben je moeilijker te raken en onvoorspelbaarder in je eigen aanvallen.

Ginga, een van de basis capoeira bewegingen
Ginga

Esquiva

Esquiva is een veelgebruikte manier om hoge trappen te ontwijken: het betekent ook ‘ontsnapping’. Je buigt één been strekt het andere. Je gewicht hangt boven je gebogen been en je hand zet je plat op de vloer. Met je andere hand bescherm je je hoofd. Vanuit esquiva kan je zelf een trap maken of een andere beweging als aú (radslag) of rolé.

esquiva
Esquiva

Queixada

De queixada (‘kin-aanval’) is een van de capoeira bewegingen die je als beginner leert. Het is een hoge trap die voor je lichaam langs gaat. Hij kan verassen zijn omdat je met hetzelfde trapt als waarmee je de beweging inzet (vaak is dat juist het andere been). Na het inzetten van de beweging met je ene been, kruis je je andere been en draai je je heupen. Daarmee kan je je eerste been weg laten schieten om de trap te maken. Het is een mooie schop om een serie van trappen mee te open. In de roda zie je ook wel dat mensen snel een aantal queixada’s om en om doen.

Armada

De armada is een veelgebruikte snelle draaiende trap. Het ziet er spectaculair uit, zeker als je ‘m meerdere keren achter elkaar kan doen. Je stapt schuin uit met je ene been, draait je lichaam dan om en schopt met je andere been. Het is belangrijk om bij het draaien eerst je hoofd, dan je schouders en dan je heupen te draaien vóór je trapt. Je kijkt dus al naar voren voor je been gaat trappen. Een veelgemaakt fout is al te beginnen met de trap voor je bovenlichaam gedraaid is.

Scroll naar boven